druif

Verwarm de oven voor op 200 °C.

2

Zeef de bloem en het zout boven een kom en meng 30 g suiker erdoor. Snijd de boter in blokjes en meng met behulp van 2 messen door de bloem. Splits het ei. Houd het eiwit apart. Voeg de eidooier met het koude water toe aan het bloemmengsel. Kneed met koele handen kort tot een soepel deeg. Vet de taartvorm in met boter en verdeel het deeg over de bodem en de rand. Prik met een vork gaatjes in de bodem. Zet 15 min. in de koelkast om het deeg te laten rusten. Bak de bodem in ca. 20 min. net onder het midden van de oven gaar. Neem uit de oven en laat iets afkoelen. Laat de oven aan staan.

3

Maal ondertussen het amandelschaafsel fijn in de keukenmachine. Meng met de crème fraîche en de rest van de suiker. Klop in een vetvrije kom het eiwit stijf met een mixer. Spatel het amandelmengsel er luchtig door. Verdeel de losgehaalde druiven over de taartbodem en schep de amandelroom er nonchalant op.

4

Bak de taart in ca. 20 min. in het midden van de oven goudbruin. Laat de taart in 1 uur afkoelen en serveer op kamertemperatuur.